Aan “alle” familieleden, vrienden, kennissen, buren, collega’s, oud-collega’s en
oud-leerlingen.
Nee, dit gaat niet over een jubileum of afscheid. Het gaat over een klein particulier weeshuis in Lusaka, Zambia, waarmee wij in contact zijn gekomen, en waarvoor we steun zoeken.
We zullen eerst het verhaal vertellen, en dan voorleggen wat we van plan zijn.
Ongeveer 8 jaar geleden hebben collega Riet Fortuin en ik (Ben), toenmaals werkzaam aan het GDAC (Goois Dag/Avondcollege) in Hilversum, van Herm Wind, de rector, en na brainstorm met Wilma Schellekens, de conrector, en enkele collega’s Frans en Duits, een paar duizend gulden ter beschikking gekregen om klassesets te kopen van een aantal Engelse romans die wij geschikt vonden als basis-stof voor de eindexamens HAVO en VWO. Het idee was o.a., dat elke leerling op vaste momenten in het jaar vier boeken zou lenen, daarvoor Hfl 25 (later werd dat 20) statiegeld zou betalen, en daarvan aan het eind HFl 10 terug zou krijgen. Van het saldo zouden we dan versleten boeken kunnen vervangen, en nu en dan een titel die minder voldeed helemaal kunnen vervangen. Dit systeem heeft vanaf dat moment volgens deze opzet gefunctioneerd, en pakweg 1000 leerlingen hebben we mede met behulp hiervan tot hun uiteraard wisselende maar over het algemeen toch heel redelijke tevredenheid door het onderdeel literatuur van het eindexamen voor Engels kunnen loodsen.
De boeken versleten minder snel dan we verwacht hadden, en toen het GDAC, inmiddels als de afdeling VAVO opgenomen in het ROC Dudok College, in 2002 definitief werd opgeheven, hielden we een saldo over van ruim 2600 Euro. Ik had het beheer hiervan overgenomen toen Riet een paar jaar eerder met lesgeven was gestopt en directietaken op zich had genomen. Toen de bestemming van het fonds ophield te bestaan, besloten Riet en ik dat we er een doel voor zouden zoeken in de sfeer van bij voorbeeld steun aan een school in Afghanistan.
Nu, ruim een jaar later, heb ik tevergeefs gezocht naar kanalen in die laatste richting. Wel is een contact ontstaan met een particuliere organisatie voor de opvang van straatkinderen in Djakarta, maar dat heeft niet tot respons geleid.
Een derde gedachte die opkwam heeft wel tot resultaat geleid. Twee ervaringen kwamen daarin samen. Ik had wel eens een website gezien van Unicef, met informatie over weeshuizen in Zambia die door deze organisatie gerund of gesteund worden. De nood is daar hoog doordat dat land het wereldcentrum is van de Aids-epidemie. De tweede ervaring was dat wij in de zomer van 2002 twee weken een Zambiaanse journaliste te logeren hebben gehad die de vriendin was geworden van onze zoon Hein. Haar naam is Zoe (Zophele)Ngoma, en we hebben haar in die tijd leren kennen als een intelligent, integer en capabel persoon. Het idee dat rees was nu, om Zoe (we hebben via de e-mail contact met haar gehouden) te vragen of zij ook wist van betrouwbare non-gouvernementele organisaties die in Zambia voor weeshuizen zorgden.
Ik heb haar die vraag gesteld, en ze heeft zich georiënteerd, een aantal instellingen in Lusaka bezocht, en er één aan ons aanbevolen waar zij de nood het hoogst achtte. Dit weeshuis, Chilenje Transit Home, wordt gerund door Ms Debora Chilonga. Zij verzorgt een wisselend maar gestaag groeiend aantal van momenteel 16 kinderen in de leeftijd van 2 weken tot 12 jaar, meest vondelingen. Haar dringendste behoeften waren volgens Zoe’s eerste rapport
1) uitbreiding van het huis zodat ze meer kinderen kan herbergen, 2) reparatie van dak kozijnen en deuren vóór het a.s. begin van de regentijd, en 3) afbetaling van een auto. Voor dat laatste had ze nog US$ 1000 nodig. Na consultering van Riet heb ik toen besloten ons hele saldo aan haar te doneren. Dat is gelukt met als enige onkosten de provisie van de bank (96 Euro): 2500 Euro is overgemaakt en op 27 october door Debora ontvangen.
Gisteren ontving ik van Zoe bericht over de besteding van het geld, alsmede enige nadere inlichtingen op vragen die ik gesteld had. De reparaties zijn verricht en de auto is afbetaald. Voor de gewenste uitbreiding van het huis was de donatie ontoereikend. Wel heeft ze bedbanken en dekens gekocht voor kinderen die tot nu toe op de grond sliepen, en regenkleding en warme kleding, i.v.m. met de binnenkort beginnende regentijd. Van wat er nog over is heeft ze besloten kerstkadootjes voor de kinderen te kopen.
Debora is 45, gehuwd, en zelf moeder. Sinds zij 4 jaar geleden haar baan verloor door privatisering van de overheidssdienst waar ze werkte, heeft ze zich hieraan gewijd. Zelf was ze als kind geen wees, maar “her love for children is what made her branch into what she is now doing”. Ze probeert voor de kinderen adoptiegezinnen te vinden, en dat lukt ook, maar het aantal kinderen dat bij haar gebracht wordt is groter dan het aantal dat ze geadopteerd krijgt. Onlangs kreeg ze er een baby bij van één dag oud, gevonden op de vuilnisbelt.
Zes van haar huidige 16 kinderen zijn ziek, met o.a. TB en malaria. Deze ontvangen medische zorg, zij het dat soms behandelingen onvolledig blijven door geldgebrek. Acht kinderen gaan naar school, van de eerste tot de vijfde klas (ik denk dat we hier moeten lezen groep 3 tot 7, maar zeker weet ik het niet). Ieder trimester moet voor hen schoolgeld betaald worden; verder moeten ze schooluniformen dragen; maar het grootste probleem vormt het nieuwe paar schoenen dat ongeveer ieder kind ongeveer ieder jaar nodig heeft.
Vier personen assisteren Debora. Deze worden betaald wanneer er geld is, maar ze doen het meestal vrijwillig. Ze maken schoon, doen de was, koken, brengen naar en halen van school, en sdlapen bij toerbeurt.
Sommige kinderen worden naar haar gebracht wanneer de moeders ze in het ziekenhuis achterlaten, andere zijn op straat of in busstations gevonden, en ook zijn er die zij zelf heeft weggehaald bij familie waar ze mishandeld werden. Ze heeft nog nooit een kind geweigerd, en is des te vastbeslotener die gedragslijn vol te houden nu het aantal kinderverkrachters zo toeneemt (over dit fenomeen, dat samenhangt met de Aids-epidemie, neem ik aan dat iedereen in de kranten wel genoeg heeft gelezen).
Ze wordt met voedsel en kleding geholpen door incidentele bezoekers.
Tot zo ver de huidige stand van mijn informatie. Toen ik het geld had overgemaakt, was er nog iets van 30 Euro over. Ik kreeg toen het idee dat ik wel zou willen beginnen met het weer opkweken van het fonds (we noemen het informeel nu het Deborafonds), omdat je wel kon nagaan dat er nieuwe noden zouden ontstaan. Om een beginnetje te maken heb ik een ander veel kleiner potje dat ik al zo’n 30 jaar beheerde (het restant van de kas van een werkweek van een 5 VWO klas van de RSG Broklede in Breukelen waar we toen werkten), en dat inmiddels 165 Euro bedroeg, in het nieuwe fonds gestort. Daar komt volgende maand nog de rente voor dit jaar van het oude fonds bij, en dan staat er weer een leuk begin.
Na de bovenvermelde nadere informatie hebben we dit plan in tweeën gesplitst.
Ten eerste is duidelijk dat er geregeld geld nodig blijft voor medische zorg, voor schoeisel, schoolgeld, schoolkleding, en om de assistenten te betalen. Ik zou hiervoor wel bij voorbeeld elk half jaar een bedrag willen kunnen overmaken. Om dit mogelijk te maken zou ik donateurs willen werven die periodiek (dus bij voorbeeld maandelijks per automatische overschrijving) een bijdrage willen storten. Geen bedrag is daarvoor te klein. Je kunt nagaan dat als 200 mensen elke maand 1 Euro storten, het fonds elk jaar tot bijna de oorspronkelijke omvang zou terug groeien. Uiteraard is ook geen bedrag te groot, maar ik illustreer hiermee dat ook kleinere bijdragen wezenlijke betekenis hebben.
Ten tweede is ook duidelijk dat er een fors bedrag nodig is voor de gewenste uitbreiding van het huis, en is evenzeer duidelijk dat die nodig gaat zijn. Ik heb Zoe daarom gevraagd Debora, nog zonder een belofte te kunnen doen, een raming te vragen van de te verwachten kosten voor dit project. Het tweede plan is dan ook om jullie, los van een kleinere, maandelijkse bijdrage, een grotere eenmalige bijdrage te vragen voor dit doel. Mischien kun je dit in een zinvol verband brengen met de Sinterklaas-gedachte.
Het bankrekeningnummer van het fonds is 3106.293.713 ten name van B.H.Bal te Loenen aan de Vecht. Vergis je dus niet in die tennaamstelling. Ik krijg hulp om er een stichting of iets dergelijks van te maken, om problemen met de belastingen te voorkomen, maar zo ver is het nog niet.
Ik ga niet bijhouden wie hoeveel bijdraagt, want dat is jouw zaak en niet de mijne. We vinden het absoluut volkomen normaal als je helemaal niet reageert: misschien geef je al zo veel aan Artsen Zonder Grenzen, Amnesty International enz, dat het nu wel welletjes is. En zo niet, dan gaat dat ons nog totaal niet aan. Natuurlijk hopen we op zoveel respons dat we deze bewonderenswaardige figuur blijvend royaal kunnen steunen. Unicef doet grandioos werk. Toch breng ik nóg liever geld naar de Debora’s van deze wereld, omdat die de kanalen missen waarlangs grotere organisaties steun kunnen verzamelen, én omdat er geen geld aan overhead hoeft te worden besteed.
Wij garanderen dat je gift, op de bankprovisie na, voor 100% bij Debora terecht komt. De postzegels betalen we zelf, en ook Zoe neemt haar onkosten voor haar eigen rekening.
Ik ben van plan om, als dit project van de grond komt, jaarlijks een verantwoording te sturen aan ieder die daar prijs op stelt: hoeveel er binnengekomen is, hoeveel er overgemaakt is, waar dat aan besteed is, eventuele verdere gegevens en achtergronden, wie weet ooit iets op fotogebied. Stel je prijs op ontvangst van dat jaarverslag, laat me dan je e-mailadres weten onder vermelding van “Deborafonds” (mijn mailadres staat hier boven). Gebruik je geen e-mail, dan is het het handigste als je dat telefonisch meldt; dan zetten we je op het lijstje voor de gewone post.
Een hartelijke groet van
Ben en Mieke.